Een nieuw filter maken met de Filter Wizard
Een nieuw filter maken met de Filter Wizard:
- Klik in het tabblad View, in de View Gegevens groep op het Filter keuzelijstje, en selecteer Nieuw. Het venster Filter Eigenschappen wordt weergegeven.
- In de Identificatie groep van velden, typ een naam in het Naam veld voor het filter en schakel het selectievakje In menu weergeven in als u wilt dat dit filter wordt weergegeven in het Filter keuzelijstje, in het tabblad View, in de View Gegevens groep. Wanneer u een categorie aan het filter wilt toewijzen, selecteer een filter categorie in het Categorie veld. Het op deze wijze categoriseren van filters maakt het makkelijker om de filter te vinden waarnaar u op zoek bent, bijvoorbeeld bij het selecteren van een filter om deze toe te passen op de actieve view. Telkens als u een filter selecteert staan deze ingedeeld in hun categorieën, waarbij alle niet bij een categorie horende filters onderaan de bestaande filtercategorieën worden weergegeven.
- Subtitels, die het kaartpad van de gefilterde objecten tonen, worden standaard getoond in gefilterde views. Wanneer u subtitels opneemt in de gefilterde view. Klik op Subtitel Eigenschappen om het Filter Subtitel Eigenschappen dialoogvenster te tonen, waarin u de weergavevorm van de subtitel specificeert.
- Klik op Invoegen om een nieuw criterium in het filter in te voegen, of selecteer een al bestaand criterium en klik op Bewerken terwijl u dit veld geselecteerd heeft. De Filter Wizard verschijnt. Volg de stappen in de Filter Wizard om de filter criteria te specificeren.
- Volg de instructies in elk scherm op om het filter criterium in te stellen. Klik in het laatste scherm op Voltooien om het criterium aan te maken en het toe te voegen aan het filter.
Om een ander criterium in te stellen voor hetzelfde filter klikt u op Invoegen en volgt u opnieuw de Filter Wizard. U kunt zoveel criteria toevoegen als u wilt.
Om een criterium te verwijderen, selecteert u deze uit deze lijst en klikt u op Verwijderen. - Alle criteria zijn standaard geactiveerd. Om een criterium uit te schakelen, schakelt u het betreffende selectievakje Activeren uit.
- Wanneer u een filter wilt maken dat zoekt naar objecten die juist niet voldoen aan een bepaald criterium, in plaats van dat ze wel aan het criterium voldoen, schakel dan het Niet selectievakje in.
- Selecteer Aan EEN criterium voldoen om objecten te filteren die aan één van de criteria voldoen of selecteer Aan ALLE criteria voldoen om alleen taken door het filter te laten die aan alle criteria voldoen.
- Wanneer u multiple filter criteria achtereenvolgens wilt toepassen, selecteer dan het Toevoegen criteria resultaten keuzerondje. Wanneer u deze optie selecteert en een samenvattingstaak voldoet aan een criterium, dan wordt deze overgedragen aan het volgende criterium samen met de inhoud ervan, ongeacht of deze inhoud zelf voldoet aan dit criterium; het volgende criterium wordt dan toegepast op alle items die ernaar overgedragen zijn.
- Schakel het selectievakje Als samenvattings-/niveautaken voldoen toon dan hun inhoud in om alles binnen een samenvattingstaak door het filter te laten als de samenvattingstaak zelf overeenkomt met de criteria, maar de inhoud niet. Of schakel het selectievakje uit om criteria, die niet overeenkomen, uit te sluiten.
- Schakel het selectievakje Hele balkregels opnemen in om gehele balken door het filter te laten, zelfs als er maar één taak op een balk overeenkomt met de criteria.
- Schakel het selectievakje Verberg voortgangssecties bij toepassen filter in om alle taak- en allocatiesecties met voortgang in de gefilterde view te verbergen, of schakel het selectievakje uit om zowel de taak- en allocatiesecties met als die zonder voortgang weer te geven.
- Schakel het selectievakje Alleen relevante allocaties weergeven in om alle allocaties te verbergen die niet aan de filtercriteria van de gefilterde view voldoen, of schakel het selectievakje uit om alle allocaties bij taken die aan de criteria voldoen, ongeacht of deze allocaties zelf voldoen aan de criteria.
Dit selectievakje kan alleen worden inschakelt bij filters die taken filteren op de kostengroepen die eraan zijn toegewezen. Wanneer u bijvoorbeeld filtert op taken met allocaties van hulpmiddel 'A' en u hebt een taak met allocaties van hulpmiddel 'A' en 'B', zal de taak worden opgenomen in het filter met beide hulpmiddelallocaties, tenzij u Alleen relevante allocaties tonen selecteert, in welk geval alleen de allocatie van hulpmiddel 'A' op de taak verschijnt. - Klik op OK om het filter aan te maken en het toe te passen op de actieve view.
De actieve view wordt vernieuwd om alle objecten in die view weer te geven, die overeenkomen met de filter criteria. De naam van het actieve filter wordt weergegeven in het meest rechtse vlak van de informatieregel. Als een view een filter én een sortering/groepering heeft, geeft dit paneel zowel de naam van het filter als de naam van de sortering/groepering weer.
Om het huidige filter uit te zetten klikt u in het tabblad View, in de View Gegevens groep op het Filter keuzelijstje, en selecteert u Geen Filter. U kunt ook in de statusbalk op de naam van het filter klikken om deze uit te zetten bij de huidige view.
Als u een filter instelt om te filteren op taken met allocaties van een bepaald hulpmiddel, wordt u gevraagd het hulpmiddel te specificeren. U kunt kiezen om elke keer dat u dat filter gebruikt naar het hulpmiddel gevraagd te worden. Dit is handig als u van plan bent om hetzelfde filter voor andere hulpmiddelen te gebruiken. Andere filters kunnen u vragen om gelijksoortige informatie, zoals codes, kalenders of kostengroepen.
Als een taak binnen een samenvattingstaak overeenkomt met de filter criteria, wordt de bijbehorende samenvattingstaak door het filter gelaten, tenzij u er uitdrukkelijk voor kiest samenvattingstaken uit te filteren in het eerste scherm van de Filter Wizard.

Bepaalde pagina's van de Filter Wizard bevatten een boomstructuur besturingselement die u gebruikt om de objecten te selecteren die u wilt opnemen in het filter. Wanneer u bijvoorbeeld filtert op permanent hulpmiddel, bevat de pagina Filter Wizard - Hulpmiddelen - Permanent een boomstructuur besturingselement, dat u gebruikt om de permanente hulpmiddelen te selecteren die u wilt opnemen in het filter. De boomstructuren tonen objecten in de hiërarchie zoals deze is bepaald in de Bibliotheek verkenner. U kunt objecten selecteren en déselecteren op verschillende manieren.
Individuele objecten selecteren
Om individuele objecten te selecteren in een boomstructuur, zoekt u de objecten die u wilt selecteren op en kiest u de selectievakjes één voor één. Deze selectiemethode is handig wanneer u slechts een klein aantal objecten wilt opnemen in een filter, maar kan tijdrovend zijn wanneer u een groot aantal objecten wilt opnemen.
Een hele groep objecten selecteren
Om een hele groep objecten te selecteren, bijvoorbeeld alle permanente hulpmiddelen in een folder, klikt u met de rechtermuisknop op het bovenliggende object dat de objecten bevat die u wilt selecteren, kies vervolgens Selecteren Groep in het menu dat verschijnt. Alle objecten onder het bovenliggende object zijn geselecteerd.
Om een hele groep objecten te déselecteren klikt u met de rechtermuisknop op het bovenliggende object en kies Déselecteer groep .
Alle objecten op hetzelfde niveau in de hiërarchie selecteren
U kunt alle objecten die in de hiërarchie op hetzelfde niveau staan selecteren. Wanneer bijvoorbeeld uw permanente hulpmiddelen hiërarchie uit drie delen bestaat - Locatie, Afdeling en Team - kunt u alle permanente hulpmiddelen uit het tweede niveau en lager (samenvattend 'Afdeling' en 'Team') in één handeling selecteren.
Hiervoor klikt u met de rechtermuisknop op het bedoelde niveau, kies dan Alles selecteren in het menu dat verschijnt. Alle objecten op dat niveau in de hiërarchie zijn nu geselecteerd.
Om alle objecten op hetzelfde niveau te déselecteren, klikt u met de rechtermuisknop op een object in het bedoelde niveau, en kiest u Déselecteren.
Het effect van filters op niveau- en samenvattingstaken
Het weergeven van subtitels in gefilterde views
Een nieuw filter maken door het invoeren van een TQL statement