Een kalender toewijzen aan een taak of een hulpmiddel

Om een kalender toe te wijzen aan een taak, kiest u één van de volgende mogelijkheden:

  • Klik met de rechtermuisknop op de taak, kies het submenu Alloceer Kalender en kies vervolgens een kalender uit de lijst met mogelijkheden.
  • Sleep een kalender uit de Bibliotheek verkenner en plaats die op de taak.
  • Selecteer een kalender in het veld Kalender in de Datum sectie van het tabblad Taak van het Balk en Taak Eigenschappen dialoogvenster.
  • Selecteer een kalender in het veld Kalender in de Datum sectie van het tabblad Taak van de Eigenschappen view.
  • Gebruik het besturingselement Kalender op de werkbalk Object bewerken, indien dit beschikbaar is.

Een andere kalender toepassen op een taak kan de duur van de taak, of de start- en einddatums om de navolgende redenen veranderen:

  • De tijdseenheden in de kalenders kunnen verschillen in absolute zin. Een werkweek kan bijvoorbeeld in de ene kalender 5d zijn en in een andere 6, of een werkdag kan 7u zijn in een kalender en 8 in een andere.
  • De kalenders kunnen verschillende vakanties bevatten, overwerk of andere uitzonderingen. Indien bijvoorbeeld een taak die begint op 1 juni niet op die datum kan beginnen doordat u er een kalender aan toewijst waarbij 1 juni een vrije dag is.

Wanneer u een andere kalender toewijst aan een taak verschijnt het dialoogvenster Wijzig Taakkalender. U gebruikt dit dialoogvenster om te specificeren hoe de begin- en einddatums van de taak beïnvloed worden wanneer de nieuwe kalender wordt toegepast.

Om een kalender toe te wijzen aan een hulpmiddel gebruikt u het tabblad Details in het betreffende dialoogvenster Hulpmiddel Eigenschappen.

Verwante onderwerpen:

Creëren van een nieuwe kalender

Opgeven welke kalender als standaard te gebruiken