OLE-notities maken
Met OLE-notities kunt u notities invoegen in uw kaart met informatie die is gemaakt en opgeslagen in een ander Windows-programma dat OLE ondersteunt. U kunt bijvoorbeeld een OLE-notitie maken van:
- Tabel-gegevens die zijn opgeslagen in Microsoft Excel
- Een eenvoudige afbeelding die u in Paint hebt getekend
- Een animatie die u hebt opgeslagen als een AVI-bestand
- Een geluidsopname die u hebt opgeslagen als een WAV-bestand.
De OLE-notities die u kunt maken zijn afhankelijk van de OLE-compatible programma's die op uw computer zijn geïnstalleerd. Als u bijvoorbeeld geen Microsoft Excel® op uw computer hebt geïnstalleerd, kunt u geen OLE-koppeling maken naar een Excel-werkblad.
Een OLE-notitie maken:
- Klik op het tabblad Opmaak in de Notities groep op Object en beweeg vervolgens de aanwijzer boven de balkkaart. De cursor verandert van vorm om aan te geven hoe de notitie zal worden gekoppeld.
- Wanneer de cursor de gewenste vorm heeft, houdt u de linkermuisknop ingedrukt en maakt u een notitieveld door te slepen. Een gestippelde omlijning volgt de bewegingen van de aanwijzer:
- Wanneer de omlijning het gewenste formaat heeft, laat u de muisknop los (u kunt het formaat van de notitie later nog gemakkelijk wijzigen, dus deze hoeft nog niet direct precies goed te zijn). Het dialoogvenster Object invoegen verschijnt.
- Er zijn twee manieren om het notitieobject in te voegen:
- Om het notitieobject in een nieuw bestand te maken, selecteert u het keuzerondje Nieuw object maken. Alle OLE-compatible programma's die op uw computer zijn geïnstalleerd, bevinden zich in het veld Objecttype. Kies het bronprogramma dat u wilt gebruiken. Schakel het selectievakje Als pictogram weergeven in als u op de balkkaart in plaats van het notitieobject een pictogram wilt weergeven. Klik op OK om het notitieobject te maken.
- Om een bestaand bestand als notitieobject in te voegen, selecteert u het keuzerondje Bestand gebruiken. In het veld Bestand vult u de pad en bestandsnaam in, of u gebruikt de knop Bladeren om het bestand te selecteren. Schakel het selectievakje Koppelen in om een bestand te koppelen. Als het object dan in het bronprogramma wordt bewerkt, worden de wijzigingen in Easyplan doorgevoerd zodra de view wordt vernieuwd. Schakel het selectievakje Als pictogram weergeven in als u op de balkkaart in plaats van het notitieobject een pictogram wilt weergeven. Klik op OK om het notitieobject te maken.
Wanneer u het dialoogvenster Object Invoegen sluit, kan het volgende gebeuren:
- De Easyplan-interface (menu's en werkbalken) verandert in de interface van het bronprogramma, met een kader dat laat zien waar het object zal worden ingevoegd. Maak of bewerk het object in het kader dat is geselecteerd op de balkkaart. Om uw bewerkingen te beëindigen, klikt u naast het kader. De interface verandert terug naar die van Easyplan en de notitie blijft geselecteerd.
- Het bronprogramma wordt geopend, waarin u het object kunt maken of bewerken. Wanneer u klaar bent met bewerken, slaat u het bestand op (om het later opnieuw te kunnen gebruiken) en sluit u het bronprogramma. De notitie blijft geselecteerd.
Klik op een leeg deel van de balkkaart om de notitie te deselecteren.
Wanneer u ervoor hebt gekozen een OLE-notitie als pictogram te weer te geven, dubbelklikt u op het pictogram om de notitie zichtbaar te maken.
Wanneer u een OLE-notitie maakt via een koppeling naar een bestand, wordt het OLE-object niet gekopieerd naar het project, maar wordt er verwezen naar zijn huidige locatie. Wanneer u het bestand hernoemt of verplaatst naar een andere directory op uw vaste schijf, wordt de koppeling naar het bestand verbroken en kan Easyplan deze niet meer op de balkkaart worden weergegeven. Wanneer een OLE-notitiekoppeling is verbroken, wordt het kader dat de OLE-notitie bevatte leeg weergegeven. Als u dubbelklikt op het kader, verschijnt het dialoogvenster Object invoegen zodat u de OLE-notitie opnieuw kunt maken.